Save our soil

 

De bodem is toegangspoort tot biodiversiteit, waterberging en CO2-vastlegging, maar daar besteden we nog véél te weinig aandacht aan, vindt Volkert Engelsman. Hij richtte zesentwintig jaar geleden Eosta op, nu Europa’s grootste handelshuis voor biologische groenten en fruit. Onvermoeibaar voert hij campagne om het belang van biologische productie onder de aandacht te brengen. Zijn stelling: In de nieuwe economie moeten bedrijven de gezondheids-, ecologische en sociale kosten in de productprijs doorberekenen.

Tekst: Liesbeth Sluiter


Celebrating Soil, Celebrating Life
heette de conferentie over bodemvruchtbaarheid waarmee Eosta in 2015 zijn vijfentwintigjarig bestaan vierde. Met vertegenwoordigers vanuit wetenschap, bedrijfsleven, politiek en ngo’s, maar er waren ook een sjamaan, bisschop, rabbi en indianenopperhoofd aanwezig. Zo getuigden alleen al de aanwezigen van de inspiratiebronnen van Volkert Engelsman. Antroposofie hoort daarbij. Maar Engelsman zal het niet snel als etiket op het bedrijf plakken. “Etiketten en dogma’s drijven mensen uit elkaar,” zegt hij. Dat Eosta wel degelijk voortbouwt op antroposofisch gedachtengoed blijkt onder andere uit de bezieling voor bodemvruchtbaarheid. Engelsman: “Vijfentwintig jaar geleden las ik de biografie van energietopman en antroposoof Daniël Dunlop. Er komt pas orde in de chaos van de wereldeconomie als we de aarde begrijpen als een levend organisme, stelde hij. En bodem is de basis van alle leven, een magische plek waar kosmische en aardse krachten elkaar ontmoeten in een perfecte ordening van miljarden micro-organismen, ieder met een eigen stem, een ware symphony of soils! Maar waar de laatste decennia milieuproblemen als klimaat, biodiversiteit en dierenwelzijn op de kaart zijn gezet, was bodem de grote afwezige. Ondertussen zijn we al eenderde van de vruchtbare grond op aarde kwijt en verliezen we volgens de FAO, het voedsel- en landbouwdepartement van de VN, jaarlijks 10 tot 12 miljoen hectaren door intensieve landbouw, veeteelt en kaalkap.”


Op de agenda

De conferentie was het hoogtepunt van de internationale, door Eosta geïnitieerde campagne Save Our Soils, die er mede toe leidde dat de VN ‘Het Jaar van de Bodem’ vervroegden van 2018 naar 2015. De campagne vierde bodemvruchtbaarheid en wilde consumenten overhalen producten te kopen van biologische teelt die, anders dan de gangbare landbouw, grond niet verarmt maar verrijkt. Heeft het iets uitgehaald?

“We zijn er nog lang niet,” zegt Engelsman, “maar bodemvruchtbaarheid staat nu overal op de agenda en dat is revolutionair. De Parijse klimaatconferentie eind 2015 nam voor het eerst bodem als onderwerp mee. Bij de VN-organisaties UNEP en FAO is het een onontkoombaar thema geworden en clubs voor maatschappelijk verantwoord ondernemen zetten bodemvruchtbaarheid hoog op de lijst van prestatie-indicatoren waaraan bedrijven moeten voldoen. De wetenschappelijke belangstelling groeit. Ik constateer overal verandering ten goede. De Zuid-Afrikaanse wijnlanden waren vroeger een woestenij, nu zie ik ook bij gangbare boeren compost, bodembedekkers en groenbemesters.”

Als vervolg op Save Our Soils lanceerde Eosta in februari de campagne The True Cost of Food, samen met 200 ngo’s en mega-organisaties als de FAO en de World Business Council for Sustainable Development. Biologische producten, luidt de boodschap, zijn niet te duur, gangbare zijn te goedkoop. In de prijs daarvan zijn bepaalde kosten niet meegerekend – denk aan vervuiling, erosie, biodiversiteitsverlies, water- en bodemuitputting. Die worden afgewenteld op de samenleving. “In de traditionele economie,” zegt Engelsman, “mag je voor winst mens en planeet uitbuiten – het is zelfs je dure plicht jegens de aandeelhouder. In de nieuwe economie berekenen we de winst pas nadat de gezondheids-, ecologische en sociale kosten in de productprijs zijn verdisconteerd.” Hij laat een Nature & More winkelflyer zien die gangbare en biologische peren vergelijkt op klimaat-, water- en bodemkosten, per hectare per jaar, gebaseerd op rekenmodellen van het baanbrekende UNEP-programma The Economics of Ecosystems and Biodiversity (TEEB). Alleen al op bodem besparen biologische peren de samenleving ruim 1400 Euro.


Werkelijke kosten

The True Cost of Food is een goed voorbeeld van ‛surfen op de tijdgeest’, een stokpaardje dat in Engelsmans enthousiaste betogen regelmatig opdraaft. True cost accounting is hot, vertelt hij.  Bijvoorbeeld op het door hem recent bijgewoonde EAT Forum, een internationale groep wetenschappers, politici, zakenmensen en ngo-vertegenwoordigers, voortgekomen uit de discussie rond de VN duurzaamheidsdoelen. EAT wil het wereldvoedselsysteem zodanig hervormen dat een groeiende wereldbevolking gezond kan eten op een gezonde planeet. ‛Het krioelde er van de ministers, kroonprinsessen, prominente wetenschappers en CEO’s van concerns als Unilever, Nestlé, Mars, Monsanto en Cargill. De grote accountantkantoren – KPMG, PWC, EY en Deloitte – waren er ook, die zijn happig op dit nieuwe werkveld. Ze steken in vanuit de financiële risicoanalyse: “Zullen we naast de financiële balans ook een people-and-planet balans maken? Even doorrekenen wat uw werkelijke resultaat zal zijn mocht er een suikerbelasting komen, een CO2-belasting, of als er demonstranten met spandoeken in uw schoorsteen klimmen?”

De vraag of je met een bedrijf als Monsanto kunt samenwerken, vindt Engelsman irrelevant. “Bij true cost accounting maken etiketten niet meer uit, gewoon correct rekenen. Niet Monsanto is belangrijk maar de thema’s, en die zijn urgent. We moeten vanuit de mensheid denken. Je prioriteert en werkt samen met bedrijven en ngo’s waarmee je de grootste gemene deler hebt.”


Eigen bijdrage

Ook burgers kunnen bijdragen aan bodemvruchtbaarheid, zegt hij, zelfs in de stad. Hij noemt stedelijke landbouw en koolstofkringlopen die beginnen bij je eigen afval. ‛Wat is mooier dan compostering, uit rottende troep nieuw leven maken? De hungry bin zet met 2 kilo wormen 2 kilo gft per dag om in hoogwaardige compost. En ook als consument heb je een stem: iedere aankoop van een bioproduct ondersteunt een levende bodem.’

Gevraagd naar de rol van natuur in zijn eigen leven, denkt hij lang na. “Ik eet soms junkfood en houd van stuntvliegen, hoe kan dat nou? Maar je moet je behoeften niet ontkennen. Al probeer ik wel steeds vaker goed te eten.” Dan komt er nog een antwoord. “Op de Vrije School in Duitsland bestudeerden we Goethe. Hij vertelde me dat we weer moeten leren lezen in het boek van de natuur, niet alleen de dode maar ook de levende. Later ontdekte ik via mensen als Dunlop het evolutionaire verband tussen het aardse en sociale organisme. Bij Steiner vond ik het onderscheid tussen Oost- en West-Europese cultuurhistorie. De eerste was gericht op rijping van de ziel, de binnenwereld, de intimiteit van heilige plekken met gebrandschilderde ramen. Voor de tweede bestond de binnenwereld uit de buitenwereld. De natuur als inspiratiebron voor de samenleving. Vandaag gaat het om de fusie van beide werelden, maar ik voel me vooral verwant met het tweede verhaal. Net als met de Atlantische landschappen die erbij horen. Het natuurgeweld van de oceaan, Arthurs ridders, steencirkels als heiligdommen en druïden als bestuurders, diëtisten en geneesheren.”

 

Nature & More
Eosta importeert, verwerkt en distribueert overzees biologisch fruit en Nederlandse biologische kasgroenten. Het bedrijf –  slagzin ‘Where ecology meets economy’ – heeft een omzet van honderd miljoen Euro, tweehonderd medewerkers en duizend leveranciers op vijf continenten. Afnemers zitten in de VS en het Verre Oosten, maar vooral in Europa. Via het productlabel Nature and More vind je op internet de duurzaamheidsprestaties van Eosta’s leveranciers. De ‛duurzaamheidsbloem’ visualiseert de criteria waarop zij worden beoordeeld. Zes bloemblaadjes staan voor bodem, water, planten, dieren, lucht en energie, het hart vertegenwoordigt de sociale criteria vrijheid, rechtvaardigheid en solidariteit. Eosta’s teeltbegeleiding resulteerde in dochterbedrijf Soil and More, dat wereldwijd BD compostbedrijven ontwikkelt en boeren ondersteunt bij de omschakeling naar biologische en biologisch-dynamische landbouw.
Eosta.com

Kurkumacampagne
Eosta koestert samenwerking maar schuwt de confrontatie niet, getuige de op stapel staande kurkumacampagne tegen de farmaceutische industrie. In de aanbieding: verse kurkumawortels in doordrukstrips, met bijsluiter en al. In de advertenties grapt Eosta: ‛Herkent u de symptomen van Big Pharma? Mentale jeuk? Somber, Lusteloos? Niemand hoeft met Big Pharma te leven, neem onze kurkumakuur!’ “Het is een vingeroefening voor mogelijke toekomstige campagnes, een bewustzijnsoorlog met een knipoog,”zegt Engelsman. “We gaan doodleuk gezondheidsclaims doen voor kurkuma en dat breed uitmeten in de pers, totdat we worden teruggefloten en dat meten we dan ook weer breed uit. We gaan de strijd aan met bedrijven die consumenten bombarderen met beweringen die kant noch wal raken, om over hun rug winst te maken.”

 

Dit artikel is gepubliceerd in Antroposofie Magazine nummer 3, september 2016.