Als de dood voor sterven?

Kun je het proces van sterven vergelijken met geboren worden? Geboren worden betekent: afscheid nemen van de baarmoederlijke wereld waarin je je in negen maanden hebt ontwikkeld tot mens. Dat gaat gepaard met pijn en angst. Stel je voor dat een tweeling in de baarmoeder hierover een gesprek zou hebben. Met welke vragen gaan zij de geboorte tegemoet?

Tekst: Marianne de Nooij

 

“We zijn aan het veranderen,” zegt de een, “wat kan dat betekenen?”
“Dat betekent,” antwoordt de ander, “dat we geboren gaan worden."
De twee huiverden en werden bang. Want ze wisten dat met de geboorte het leven hier ten einde was en dat ze de wereld waarin ze nu leefden zouden moeten verlaten.
“Geloof jij eigenlijk in een leven ná de geboorte?”
“Ik wel, volgens mij is ons leven hier is enkel bedoeld om te groeien en te ontwikkelen, zodat we ons op het bestaan na de geboorte kunnen voorbereiden en sterk genoeg zullen zijn voor dat bestaan.”
“Nonsens, dat bestaat toch niet. Hoe moet dat er überhaupt uitzien, zo'n leven na de geboorte?”
“Dat weet ik ook niet precies. Maar zeker zal het veel lichter en helderder zijn dan hier. En misschien zullen we dan rond kunnen lopen en met onze mond eten.”
“Wat een onzin! Rondlopen, dat gaat toch helemaal niet. En met je mond eten, wat een raar idee. We hebben toch de navelstreng die ons voedt. Bovendien gaat rondlopen ook daarom al niet, de navelstreng is nu al vaak veel te kort.”
“Toch, ik weet zeker dat het kan. Het is allemaal alleen een beetje anders dan hier.”
“Er is anders nog nooit iemand teruggekomen van ‘na de geboorte’. Met de geboorte is dit leven gewoon afgelopen. En het leven hier is alleen maar donker en een kwelling. Als de zin van de conceptie en al ons groeien en ontwikkelen niets anders is, dan dat het allemaal eindigt met de geboorte, dan is dit bestaan werkelijk absurd.”
“Ook al weet ik niet precies hoe het leven na de geboorte eruit ziet, we zullen dan in ieder geval onze moeder zien”
“Moeder? Jij gelooft in een moeder? Waar is ze dan?”
“Nou hier, overal om ons heen. Wij zijn en bestaan in haar en door haar. Zonder haar konden we helemaal niet bestaan.”
“Onzin! Van een moeder heb ik nog nooit iets gemerkt of gezien, dus bestaat ze ook niet.”
“Toch, soms, als we stil zijn, kun je haar voor ons horen zingen. Of voelen hoe ze onze wereld streelt.”

Levenseinde

Niemand ontkomt er aan dat hij op zeker moment voor zijn eigen levenseinde komt te staan. De beelden die je je daarover vormt, worden bepaald door de cultuur waarin je leeft en bent opgevoed, door de ervaringen die je in je omgeving opdoet met het sterven en door wat je in je leven doormaakt als kleinere 'sterfervaringen': een verhuizing, een burn-out of een ingrijpende verandering thuis of op je werk. Sterven en geboren worden doe je ook voortdurend in het klein: bij het uitademen en inademen, het inslapen en ontwaken, menstrueren en ovuleren. En in de natuur maak je dat proces door als je meeleeft met de jaargetijden: het sterven in herfst en winter en het steeds weer opnieuw geboren worden in de lente en de zomer. Al deze ervaringen bepalen mee hoe je aankijkt tegen het levenseinde.

 

Ontwikkelingsweg

De antroposofie biedt als 'geesteswetenschap' een innerlijke ontwikkelingsweg. Op deze weg krijg je uitgesproken beelden aangereikt over het sterven als overgang naar een geestelijk ontwaken. De dichter Novalis (1772-1801) vat dit mooi samen met de woorden: 'Als een geest sterft, wordt hij mens; als een mens sterft, wordt hij geest'.

Als hypothese zijn de antroposofische gezichtspunten de moeite waard voor iedereen die vragen heeft rond het sterven. Het kan je bijvoorbeeld op de gedachte brengen dat het er niet in de eerste plaats om gaat pijn te vermijden. En dat je er niet in elke situatie goed aan doet het bewustzijn van de stervende weg te nemen, zodat die het sterven niet bewust mee hoeft te maken. Het zou voor onze vergrijzende samenleving wel eens een opgave kunnen zijn om een nieuwe 'stervenskunst' te ontwikkelen, als laatste hoofdstuk van de zo veel beoefende levenskunst.

 

Marianne de Nooij is geestelijke in de Christengemeenschap Amsterdam.